HIV
HIV staat voor humaan immunodeficientievirus. Een virus is Kleiner dan een bacterie. HIV breekt het menselijk afweersysteem af, waardoor je gemakkelijk ziek kan worden.

Aids
Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome. Dit is een aandoening die je kan krijgen als het HIV virus jouw afweersysteem zodanig heeft verzwakt.

Seropositief
Je bent HIV-positief of seropositief wanneer je HIV hebt. Om te voorkomen dat je Aids krijgt zijn er ‘HIV-remmers’. Het HIV virus komt voor in het bloed, lichaamsvocht van mannelijke en vrouwelijke genitalien en moedermelk. HIV-Remmers zorgen ervoor dat HIV zich niet vermeerdert. Daardoor kan voorkomen worden dat je Aids krijgt.

Belangrijk is het om bij je huisarts onder controle te staan, zodat die jou kan begeleiden met het medicijngebruik. Deze dienen elke dag op een vast tijdstip ingenomen te worden.

Als je eenmaal HIV in je bloed hebt, verdwijnt het nooit meer uit je lichaam. HIV-remmers zorgen ervoor dat de toename van het virus afgeremd wordt, zodat je niet ziek wordt. De HIV-remmers moeten dagelijks op een vast tijdstip ingenomen worden. Wanneer de remmers niet op tijd worden ingenomen dan is het risico groot dat je lichaam ongevoelig wordt voor de remmers. De dokter kan niet veel andere middelen voorschrijven.

HIV-remmers krijg je alleen op recept. Met HIV-remmers kun je het beste zo vroeg mogelijk starten. HIV-remmers zijn te verkrijgen bij de 5 ziekenhuisapotheken in Suriname.

Hoe krijgt iemand HIV?

  • Door onveilige seks met iemand die HIV heeft (zonder condoom).
  • Tijdens geboorte en tijdens borstvoeding als de moeder besmet is.
  • Wanneer men met het bloed van een besmet persoon in contact komt (drugsnaalden, tatoeages).

Hoe kan je besmetting voorkomen?

  • Houd je aan een vaste partner en omgekeerd ook.
  • Gebruik altijd een condoom bij seks met een partner waarvan je diens HIV status niet kent.
  • Heb geen seks, kies voor onthouding.

HIV krijg je niet door;

  • Huidcontact; een handruk of een brasa (omhelzing).
  • Tongzoenen; er zit te weinig HIV in speeksel.
  • Gebruiksvoorwerpen te delen, omdat het HIV virus niet in de buitenlucht kan leven.
  • Samen zwemmen in water.
  • Niezen, Hoesten, Inademen.

Sociale contacten, (familie, vrienden, collega’s);

Met iemand de HIV heeft kan je samen naar school gaan, werken, praten, sporten, studeren, eten, koken, op vakantie gaan, uitgaan, drinken, dansen, chillen en meer. Je raakt niet besmet door normal social contact.

Testen

Bij het testen op HIV wordt er wat bloed van je vinger afgenomen. Het bloed wordt onderzocht en je krijgt binnen een half uur uitslag.

Wil je zekerheid over je HIV status? Denk je dat je Risico gelopen hebt? Ben je seksueel actief? Laat je gratis testen bij de Dienst Dermatologie, de poli’s van de RGD of gewoon bij je huisarts.

Afhankelijk van het Risico dat je gelopen hebt, dien je de test na 3 maanden opnieuw te doen. Gebruik gedurende deze 3 maanden altijd een condoom ook bij seks met je vaste partner.

Ga in geval van aanranding of verkrachting binnen 24 uur naar de dokter of de Spoed Eisende Hulp. Men zal nagaan als je direct medicijnen moet innemen om een HIV infectie te voorkomen.

Ga naar je huisarts
Vertel je huisarts dat je HIV hebt. Deze zal je verder adviseren wat je moet doen.

Maak contact:
Nationaal Aids Coordinatie Centrum / NAP (Nationaal Aids Programma)
Tourtonnelaan # 7, Paramaribo – Suriname
Tel.: 470412 – 470 416 – 470418